Op 24 oktober 2019 stelden Filip De Rynck en Levuur-collega Stef Steyaert in een vol Kaaitheater hun boek ‘De Participatieve Omslag’. Kon u er niet bij zijn? Hieronder krijgt u helder beeld dankzij dit goedgeschreven verslag van Stefaan Segaert, medewerker bij Vormingplus Waas-en-Dender.
Democratie in Vlaanderen. Veelkoppig, supergelaagd en chaotisch
We zijn met vijf collega’s van Vormingplus Waas-en-Dender naar het Kaaitheater afgezakt. Burgerschap wordt een belangrijke lijn in ons komende beleidsplan en dus is de studiedag ‘De Participatieve Omslag’ met stip genoteerd. De investering is de moeite waard zal snel blijken.
Met Ridouani in de helikopter
Mohamed Ridouani, burgervader van Leuven opent met uitzoomende inzichten én met het ter sprake brengen van de Leuvense realiteit. Voortbouwend op het kruispunt van Gramsci wijst hij op de russificatie van het westen, na Jeltsin heeft Rusland een extreme vorm van relativisme geëxporteerd. Elk zijn waarheid en feiten doen er niet toe.
Wat werkt er in Leuven en wat niet? Aan de woorden van Ridouani heb je meteen door dat hier een volbloeddemocraat staat, misschien wel één van de meest intelligente en visionaire burgemeesters van Vlaanderen.
Zijn we in staat om samen te werken? Hoe kunnen we de kracht van het samenwerken terug uitvinden? Hoe kunnen we inwoners maximaal het gevoel geven dat men er toe doet? In Leuven is er resoluut voor gekozen om in de wijken aan de slag te gaan. Over betekenis hebben als burger: we hebben nood aan grotere verhalen. (Met Rik Pinxten zou ik hier zelf aan toevoegen: verhalen van interdependentie, waarin we dus onze onderlinge afhankelijkheid ook mondiaal op het spoor komen). Ridouani breekt ook een lans voor verbonden leiderschap in de sterke overtuiging dat het kan leiden tot sterk resultaat. En in de geest van het nieuwste boek van Rutger Bregman: we zijn altijd tot samenwerking in staat geweest. Of zoals Dirk Holemans het deze week in Lokeren formuleerde: de homo cooperans is springlevend in de commons.
Als De Rynck zijn inzichten deelt buig ik graag het hoofd
Filip De Rynck neemt over. Met zijn enorme rugzak aan inzichten, zijn gortdroge en tegelijk geestige humor en zijn no nonsense gedachten hang ik meteen aan zijn lippen. Hij loopt met de 200 deelnemers door het boek.
Wat De Rynck fascineert: wat gebeurt er na het doven van de camera’s, na de verkiezingen? Het publieke debat is immer zoveel ruimer dan het partijpolitieke debat. Er wordt nu nogal denigrerend gedaan over de Dorpsstraat. Maar we moeten het lokale niet langer laten samenvallen met het plaatselijke. Het lokale is zoveel meer. Ringland zegt veel over hoe burgers in steden over de hele wereld naar mobiliteit en gezondheid kijken. Daar zou ook het Vlaamse niveau zich meer mee moeten verhouden.
Er is ook zoiets als de politiek van het dagelijkse leven. Burgers die zich rond erfgoed organiseren, patiënten die participeren rond geestelijke gezondheidszorg … het is een dimensie die haast nooit ter sprake komt als we het over democratie hebben.
Zeer mooi noemt De Rynck de demoi “plaatsen van verdichting van discussies” (het is haast poëzie) en die plaatsen zitten zowel binnen als buiten de formele instituties. Als duidelijk voorbeeld: één welgemaakt maar tegelijk krakkemikkig filmpje in slachthuizen doet een publiek debat losbarsten over dierenwelzijn en industriële vee- en kippenteelt.
Een andere vaststelling: veel deskundigen zijn veel deskundiger dan beleidsmakers. Dat is geen schande, maar het maakt de nood aan een horizontalere democratie wel scherp zichtbaar.
Nood aan genuanceerde frames over democratie
De Rynck is ook een academicus die komaf maakt met gepolariseerde frames en dat is voor mij één van de redenen waarom ik een fan ben van zijn inzichten. Eén van die schema’s zijn de goede burgers en de malafide bestuurders of de lamme ambtenaren. Veel genuanceerder en dichter bij de werkelijkheid is het om te kijken naar een golf van participatiever werken binnen de representatieve democratie en dat gaat met wringen en schuren (het werkwoord zal nog vaak vallen deze namiddag) gepaard. Soms is het schitterend om er naar te kijken en soms schittert het niet …
We moeten ook af van het idee dat politiek romantisch zou zijn of iets in evenwicht zou zijn. Nee, het is een hard spel en het gaat over macht. En ook de representatieve politiek is volop in beweging en vol twijfel. Laten we dat rauwe en ruwe wat meer noemen.
De overheid is geen monolithisch blok. We weten trouwens amper wat politici overdag doen. En ook burgers zijn vaak niet met het algemeen belang bezig maar met de verzuchtingen van hun straat of wijk of specifieke thema.
Over de tussenruimte
Wat gebeurt er in de tussenruimte? Het is nieuw lexicon die in het Kaaitheater ‘gestalt’ krijgt om het therapeutisch te kaderen. De tussenruimte bestaat uit hybride commons (ze zijn niet 100% burgergedreven en soms worden ze door overheden verstandig gefaciliteerd). En niet alle burgerinitiatieven zijn een lang leven beschoren, ook de levensduur is interessant om te bestuderen. Waarom slagen burgerinitiatieven erin om succesvol te zijn en andere niet? De case van Leuven 2030 (over een lokale duurzame voedselstrategie) is een arrangement, noem het een verstandshuwelijk. Mijn prof van sociologie in de IPSOC Stefaan Lievens zei ooit: als ge altijd of nooit ruzie hebt met uw lief, maak het af. Een heel klein beetje oorlog is soms beter wisten ze aan de Noordkaap. Leuven 2030 moeten we dan ook leren zien als een beweging van actoren met heel veel verschillende rollen.
Door de lange academische ervaring van De Rynck–is dit boek een soort testament?- kan er ook over de langere termijn geobserveerd worden. De professionalisering van het ambtelijk apparaat is een realiteit. Dertig jaar geleden waren de secretaris en de ontvanger de ambtenaren met de kennis, stadhuizen zijn sindsdien onherkenbaar veranderd.
Uitdagingen voor het middenveld
Natuurlijk moeten we het ook over de positie van het maatschappelijk middenveld hebben. In Vlaanderen is er een rijke historiek maar het middenveld staat wel onder druk. Er zijn veel vragen die het middenveld ook aan zichzelf moet stellen: waarom is het zo weinig divers? Hoeveel ruimte krijgen nieuwe spelers? Hoe dicht moet de overheid bij dat middenveld staan? Is het onderscheid tussen oud en nieuw middenveld nog wel relevant? Kunnen we de burgerlijke ongehoorzaamheid bestuderen, niet alleen via Extinction Rebellion maar ook de parallellen met Chili en Libanon zien?
Andere vragen met een meer metaperspectief: we kiezen wel mensen maar wat kunnen die nog? Waar zit de macht?
Slotpleidooi van de auteurs
Waar pleiten de auteurs van het boek voor?
1. Laat de overheid participatie-initiatieven nemen, maar zorg dat de traagheid voldoende kansen krijgt. Goede participatie zal traag of niet zijn?
2. Heb aandacht voor het street level- niveau
3. Er moet veel meer aandacht komen voor de regie van de participatieprocessen
4. Een sterke rol van de volksvertegenwoordigers in die tussenruimtes of in de arrangementen
Werktafels
De zaal splitst zich op. Ik kom terecht in een cluster over de doe het zelf-democratie. Er is een sterk verhaal van Doucheflux uit Brussel. Een dagcentrum in Anderlecht voor thuislozen met een hele brede werking. Gestart vanuit artiesten maar intussen een werking die het thema van dak- en thuisloosheid wil politiseren. Dat wil zeggen: het in de publieke arena brengen, lastige vragen stellen, overheden en bedrijven en ook de sociale voorzieningen erop aanspreken. Desnoods roepen! Indrukwekkend hoe een burgerinitiatief is uitgegroeid tot een erg relevante praktijk voor de meest kwetsbare burgers en hoe die burgers die met extreme uitsluiting worden geconfronteerd ook betrokken worden in een radioprogramma, in het organiseren van een sportwedstrijd, in het kiezen van de douchefaciliteiten … respect! En een wake up call om dak-en thuisloosheid nooit te banaliseren.
Eindreflecties uit de ateliers
Er zijn door de organisatoren ‘journalisten’ of ‘scherpe observatoren’ aangeduid die als alerte vliegen aan de zijkant de vele gesprekken hebben gevolgd. En nu verslag op het grote podium uitbrengen.
Gie van den Eeckhout onthoudt: hoe ga je groepen betrekken die je veel minder hoort en moet je rond elke kwestie altijd alle groepen beluisteren en betrekken? Wees alert voor diversiteit in je methodische aanpak en je communicatie. Zijn de rollen scherp afgebakend of staan veel spelers op kruispunten die niet zo afgebakend zijn? Gie houdt ook een pleidooi om experimenteerruimte op te zoeken.
Elke Plovie is een ontzettend schrandere en energieke dame: doet het woord doedemocratie niet wat oneer aan, veel doegerichte praktijken maken kwesties ook politiek, let dus op met woorden die reduceren. Een vaststelling die blijft: veel burgerinitiatieven zijn zeer kwetsbaar, hoe kunnen we ze voldoende sterk maken? Hoe dagen burgerinitiatieven de lokale overheid uit? Stadhuizen zijn vaak nog te verkokerd en burgerinitiatieven zijn meestal praktijken die de schotten overstijgen en doorbreken. Elke lanceert het begrip van de ‘democratische professional’. Hij/zij/o slaagt erin om voldoende leefwereldperspectief van kwetsbare groepen in te brengen en tegenspraak te organiseren.
Fred D’Hont uit de rijke Socius-stal met een wiki aan praktijken om achterover te vallen: heel veel processen binnen praktijken van democratie kennen een open einde, vaak zijn conflicten in de samenleving de aanleiding . Hoe kunnen we contexten creëren waarin het nieuwe WIJ kan ontstaan? Of je nu bedrijfsleider of politieker of ambtenaar of activist bent: spreek iedereen aan op zijn rol als burger en als lid van de samenleving. Zoiets werkt verbindend en zorgt voor gedeelde grond waarop je kan zaaien.
Fatima Yassin werkt bij de VDAB. Ik ken haar niet maar wat ze zegt is erg relevant. Ze nam een bad met de deelnemers rond cocreatie. Durven eigen denkkaders opzijzetten. Samen groeien op vlak van participatie vanuit gelijkwaardigheid. Kijken naar wat werkt en niet werkt. Niet mordicus aan een model vasthangen. Heb oog voor de kleine initiatieven in de marge van de projecten, naast het podium, de gesprekken aan de afwasbak dus, ze zijn deel van het project. Geef de burger tijd, geef hem ruimte maar forceer niet, volg de flow.
Wim Dries is een andere burgervader, uit Genk en voorzitter van de VVSG. Hij erkent dat mensen allemaal betrekken in een mijnstad als Genk een enorme uitdaging is. Maar dat er veel gedeeld wordt in de tussenruimtes is zonneklaar. Dries pleit voor ‘practice what you preach’, het creëren van veilige ruimtes, dingen ook buiten de georganiseerde kaders laten dobberen, we hebben de neiging als overheid om alles altijd in structuren te gieten. Het nieuwe WIJ is iets van samen, er zijn politici die uit zijn op claimen steekt Dries de hand in eigen boezem. Zijn we niet teveel op consensus gericht? Laat het maar wat schuren, wees niet geobsedeerd door te snel te willen ontmijnen.
Sofie Marien zet een kers op een interessante taart
Marien is verbonden aan de KUL. Ze heeft het boek grondig gelezen. Ze formuleert de laatste woorden ‘on stage’. Het is een lange namiddag zonder pauze en toch krijgt ze de aandacht van de zaal. Il faut le faire …
Haar wijsheden op een rijtje:
1. Staar je niet blind op één model. Democratische modellen bestaan niet. Er is van alles bezig en veel daarvan is hybride.
2. Democratie is zoveel ruimer dan verkiezingen.
3. Ga niet alle heil verwachten van één activiteit. Daarmee ga je gegarandeerd struikelen.
4. Let op met torenhoge verwachtingen. Alsof praktijken van democratie volledig zouden kunnen zijn of op alle vlakken goed scoren. Laten we de ideale maatstaf loslaten.
5. Vaststelling dat de verwachtingen naar initiatieven vaak heel ongelijk zijn. Voor nieuwe initiatieven wordt de lat soms torenhoog gelegd. Temper je eigen verwachtingen en die van anderen. Maan aan tot realisme.
6. Als alternatief denkkader stelt de professor voor om te denken vanuit: wat willen we oplossen? En hoe willen we dat doen? Al snel zal blijken dat er een samenspel van praktijken nodig is. Dat er niet één praktijk alles kan dragen.
7. Er is nog altijd een sterk geloof in de democratie maar veel onvrede met het functioneren ervan. Participatie kan alvast helpen om onvrede te keren, om de demoi te versterken.
Stefaan Segaert
Persartikelen naar aanleiding van de boeklancering
Interview Filip De Rynck in De Standaard: ‘Soms is het beter dat er even geen consensus is’ (Plusartikel)
Interview Stef Steyaert op website VVSG: ‘Zoek de vrije zone op en maak samen de samenleving’